Beroepsverenigingen in gesprek met VWS over toekomst anesthesiemedewerkers
In de toekomst moeten medisch ondersteunende opleidingen meer aansluiting vinden op verpleegkundige specialisaties in de acute-as. Dat was de uitkomst van een rondetafelbijeenkomst op 25 augustus tussen VWS, beroepsorganisaties waaronder de LVO en NVAM en vertegenwoordigers van de hogescholen, medische beroepsgroepen en koepels, V&VN en NVBMH. Er waren experts die spraken over de huidige knelpunten en een visie gaven over de toekomst.
Op de OK zijn er veel ontwikkelingen. De meeste experts voorzien dat een brede inzetbaarheid en uitwisseling tussen gelijkwaardige functies beter kan. Covid heeft laten zien dat de care-zorg die wordt geleverd door Ok professionals meer op zijn plek is in de zogenaamde acute-as (waarin ook IC, MC en SEH plaats hebben).
De opleiding van de toekomst moet meer aansluiting vinden op deze verpleegkundige specialisaties. Als we naar de beroepsprofielen van beide beroepen kijken is er veel overlap. Deze competenties moeten ingebakerd worden in de opleidingen, evenals de verpleegkundige competenties. Dit maakt uitwisseling tussen beroepen en switchen van werkplek mogelijk en geeft de zorg- professional van de OK meer toekomstperspectief.
Flexibiliteit
Anesthesiemedewerkers en operatieassistenten hebben laten zien erg flexibel inzetbaar te zijn en zich te kunnen aanpassen aan nieuwe situaties. Covid heeft goed in beeld gebracht dat de OK professionals zich goed kunnen aanpassen aan de situatie.
OK professionals kunnen snel schakelen en reageren waar nood- zakelijk is. Ondanks het protocollair werken is routine immers niet de dagelijkse gang van zaken op de OK. Deze aspecten moet terugkomen in de opleidingen
en daar worden verzilverd. Dit maakt uitwisseling tussen OK, IC en SEH meer mogelijk voor degenen die dat willen. Door wat in de praktijk al blijkt kan meer aansluiting worden gevonden door gespecialiseerde zorgberoepen gelijkwaardig te maken.
Verschillende opleidingsroutes
Er is een verscheidenheid aan opleidingsroutes. Helaas is het voor potentiële collega’s niet duidelijk welke route gevolgd moet worden en wat daarvan de consequenties zijn ten aanzien van carrièreperspectief en doorgroeimogelijkheden. Hier moet verandering
in komen. De experts geven aan dat verschillende opleidingsroutes geen probleem hoeven te zijn. Echter moet er wel een gedegen basisopleiding komen
die uitwisseling tussen beroepen in de acute as en verpleegkunde mogelijk maakt. De bevoegdheden moeten na deze verschillende opleidingen voor dezelfde functies gelijkwaardig zijn. Aansluiting bij
de kern van de beroepsprofielen en care zorg zijn uitgangspunt. Dit behoudt medewerkers voor de
zorg en maakt werken op de OK en in aanpalende beroepen aantrekkelijker
CZO-flex level
Een opleidingsinstrument dat goed zou kunnen helpen als bouwsteen van flexibel opleiden is CZO-Flex. Werken met opleidings- en professionele kwaliteitsbouwstenen, ook wel EPA genoemd, kunnen hierbij helpen.
Om de bouwstenen voor de OK beroepen verder vorm te geven gaan NVAM en LVO in gesprek met V&VN en CZO-flex om te bezien of de reeds bestaande EPA’s kunnen worden aangevuld zodat uitwisseling tussen verpleeg- kundige functies in de acute as snelle mogelijk gemaakt kunnen worden. De beroepsverenigingen zien potentie in CZO-flex mits dit instrument goed wordt ingezet en de EPA’s goed zijn beschreven
Tekorten
Door beter op te leiden worden er acuut geen tekorten opgelost. Wel kan door een betere positionering en aansluiting van opleidingen op de praktijk een slag gemaakt worden, zo geven de experts aan. Voorbeelden hiervan zijn: uitwisseling van anesthesiemedewerkers en sedatiespecialisten met IC; SEH en ambulance-medewerkers met operatieassistenten en radiodiagnostisch laboranten, hartfunctie en interventieradiologie.
Is zowel slimmer en efficiënter werken en uitwisseling mogelijk? Ja, dit maakt dat de winst in de toekomst kan zitten in kwalitatief breed inzetbare medewerkers en niet in verzuild opgeleide professionals. Dit doet geen afbreuk aan de autonomie van de beroepen en uitwisseling zal altijd een keuze van de zorgprofessional blijven als het aan de beroepsverenigingen ligt.
Nieuwe opleidingen
Nieuwe opleidingen, zoals de HBOV-technische stroom en BMH, die nu tien jaar bestaan, hebben laten zien dat er potentie kan zitten en dat er capaciteit is om meer op te leiden. Stageplekken zijn nog wel steeds een groot probleem. Er kan meer worden opgeleid. Er is een potentieel aan 1500 studenten per jaar voor de OK route.
De HBOV-t heeft het afgelopen decennium veel nieuwe zorgprofessionals afgeleverd die klaar zijn voor de toekomst.
Ook de mogelijkheid van een verpleegkundige die een verkort traject doorloopt tot een goed inzetbare operatieassistent of anesthesiemedewerker heeft zijn meerwaarde laten zien. Tevens zien we hierbij dat er minder uitval is tijdens de opleiding. Daarnaast is er een trend dat steeds meer ziekenhuizen een verpleegkundig diploma vragen om in te kunnen stromen in de in-service opleiding.
Helaas constateren LVO en NVAM ook dat niet alle initiatieven leiden tot succes. De BMH heeft in tien
jaar tijd gemiddeld slechts vier CZO-gediplomeerde professionals per jaar geleverd heeft voor Anesthesie en twee voor de Chirurgie. LVO en NVAM zien, in lijn met het de Raad van State, geen meerwaarde voor de BMH als aanvulling op de operatiekamer.
Versnippering van opleidingen en beroepen helpen niet en lossen de tekorten niet op.
Gediplomeerde collega's
LVO en NVAM staan voor alle OK professionals, dus ook voor de huidige gediplomeerden. Ook al gaan
de ontwikkelingen door, dit mag geen consequenties hebben voor de kansen op professionele ontwikkeling. LVO en NVAM pleiten in de discussie voor gelijkheid. Ze wil oplossingen voor degenen die bijvoorbeeld geen verpleegkundig diploma hebben. Het beroepsprofiel biedt daarvoor voldoende ruimte. Dit onderwerp wordt zeker meegenomen in de vervolggesprekken. Denk hierbij aan de mogelijkheid dat OK professionals die dat wensen de mogelijkheid krijgen om in een verkort traject een verpleegkundig diploma te halen.